Het Status Syndroom

Veel paleo’s en sommige health professionals zijn geneigd alles aan voeding toe te schrijven. Natuurlijk, wat je in je mond stopt is een deel van je omgeving. Met je eten geef je je genen bepaalde instructies. Maar vermoedelijk nog veel belangrijker is je plek in het ecosysteem. Hoe hoger je positie op de sociale ladder, hoe gezonder je bent en hoe langer je leeft. Hoe komt dat? Je leeft gezonder, natuurlijk. Maar een hoge status is ook op zich gezond. Deze film (6 delen) zegt alles. Of lees het artikel eronder.

 

Neem de metro van de Bijlmer naar het Centraal Station. Met iedere kilometer stijgt de levensverwachting langs de route. Een ongeschoolde werkloze man in de flat Fleerde mag blij zijn als hij de vijfenzestig haalt, zijn rijke broeder in trendy IJburg wordt met gemak tachtig. En dat doet hij ook nog eens hockeyend, squashend, roeiend, kortom in redelijke gezondheid, terwijl onze Bijlmerman al jong kampt met allerlei beperkende kwalen. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, maar landelijk zie je hetzelfde patroon. Gemiddeld leeft iemand met een hoge opleiding en hoog inkomen 12 jaar langer dan iemand met een minder florissante sociaal economische status (SES). Je postcode voorspelt angstig precies hoe gezond je bent en hoe lang je leeft. De gemiddelde sterftekans van mannen die in een postcodegebied wonen waar de inkomens laag zijn, is 40 procent hoger dan die van mannen in de beter gesitueerde wijken, aldus het CBS. Vanwaar die gigantische kloof in een welvarend land als Nederland, waar iedereen een huis, voeding en schoon drinkwater heeft? En hoe kunnen we voorkomen dat we ten prooi vallen aan dit Status Syndroom?

‘Het leeuwendeel van de verschillen in levensverwachting tussen de hogere sociaal economische klassen is terug te voeren op leefstijlfactoren,’ zegt professor doctor Karien Stronks, hoogleraar Sociale Geneeskunde in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam. ‘Mensen met een lage opleiding roken meer, eten minder gezond, bewegen minder en zijn minder therapietrouw. Roken veroorzaakt verreweg de meeste voortijdige sterfgevallen, tienduizenden per jaar. En schrijnende armoede mag dan in Nederland gelukkig nauwelijks meer voorkomen, het is niet bevorderlijk voor de gezondheid wanneer een familie van zes moet samenhokken in een dampig tweekamerflatje.’

Toch, zo erkent ook hoogleraar Stronks, kunnen de traditionele risicofactoren de steile SES-gradiënt niet volledig verklaren. Status lijkt ook direct invloed uit te oefenen op gezondheid en levensduur. De sterkste aanwijzing daarvoor werd geleverd door de Whitehall Studies, geleid door de Britse epidemioloog Michael Marmot. Hij volgt sinds 1967 duizenden ambtenaren die werkzaam zijn in de overheidscomplexen in het Londense district Whitehall. Ze hebben allemaal een witteboordenbaan met zekerheid, een toereikend salaris en toegang tot dezelfde gezondheidszorg. ‘En toch zie je ook daar hetzelfde strakke verband tussen plaats in de hiërarchie en levensverwachting,’ zegt Marmot. ‘De mensen met de laagste rang zijn zieker en gaan eerder dood dan hun collega’s in de hoogste functies. Traditionele risicofactoren als roken, bloeddruk en cholesterolwaarden verklaren hooguit een derde van dat verschil. En wat ons het meest verbaasde: er is zelfs een duidelijk gezondheidsverschil tussen de allerhoogste jongens en de managers die net onder hen zitten. Waarom vallen die hoge managers, die het in alle opzichten goed voor elkaar hebben, toch veel vaker dood neer dan de topambtenaren? Is het zelf besturen van een Mercedes zoveel ongezonder dan gereden worden in een Bentley?’

Marmot schreef een boek over het fenomeen: The Status Syndrome. Hij geeft de schuld aan de psychologische effecten van ongelijkheid. ‘Hoe lager iemand op de maatschappelijke ladder staat, hoe onwaarschijnlijker het is dat hij zijn fundamenteel menselijke behoefte aan autonomie en volledige deelname aan de maatschappij kan bevredigen. Hij voelt zich met enige regelmaat klein en beperkt. Deze psychologische stress leidt tot metabole en endocriene veranderingen die het risico op zo’n beetje alle ziekten vergroten.’ Neurobioloog Robert Sapolsky van Stanford University, schrijver van onder meer Why Zebra’s Don’t Get Ulcers, geeft Sir Michael gelijk. ‘De gasten aan de top, die de touwtjes in handen hebben, krijgen geen hartinfarcten, ze delen ze uit,’ zegt hij licht chargerend. ‘Mensen met een hogere status kunnen het mensen die onder hen staan heel vervelend maken. Als individu met een lagere status reageer je daarop met een stressrespons. Het sympathische zenuwstelsel, zeg maar het gaspedaal van het lijf, wordt geactiveerd en de bijnieren scheiden stresshormonen af. Die zijn bedoeld om je in een fysiek bedreigende situatie keihard te laten wegrennen en om er voor te zorgen dat je bij een eventuele verwonding niet meteen dood bloedt. Maar als die stressrespons te vaak wordt opgeroepen, en door puur psychosociale factoren, krijg je een funeste fysiologische cascade. Bijkomend effect is dat de stressrespons op een bepaald moment niet meer stopt.’ Bij bavianen toonden Sapolsky en collega’s het causale verband tussen status-stress en hart- en vaatziekten overtuigend aan. ‘Verlaag de status van een aanvankelijk dominante bavianenman en binnen twee jaar is hij hartpatiënt. En suikerziek.’

Er is natuurlijk nog een andere potentiële verklaring voor het Status Syndroom: natuurlijke selectie. De sociaaldarwinistische psycholoog Steven Pinker huldigt de nogal grimmige opvatting dat een lage status een gevolg is van een zwakke intelligentie en gezondheid. Je opa was niet al te slim en had aanleg voor vraatzucht, misbruik van genotmiddelen en diabetes. Die tot voortijdige ziekte en dood voorbestemmende eigenschappen heb jij van hem geërfd, met als gevolg dat het met jou ook weinig wordt. Niets aan doen, zegt Pinker, de evolutie – lees de harde competitie in onze dynamische kennismaatschappij – wiedt deze misbaksels vanzelf weg. De meeste deskundigen, onder wie ook Karien Stronks, wijzen deze visie stellig af en gelukkig hebben ze solide argumenten. Diverse onderzoeken hebben overduidelijk bewezen dat een lage SES voor een slechte gezondheid zorgt en niet andersom. Michael Marmot: ‘Sociaal-economische ongelijkheid maakt in nog geen twee decennia hele landen ziek, kijk naar het voormalige oostblok.’ Robert Sapolsky noemt een veelzeggende studie onder nonnen. ‘Ze waren als keurige, gezonde jonge meisjes in het klooster gegaan en deelden vervolgens vele decennia dezelfde behuizing, hetzelfde dieet en dezelfde gezondheidszorg. Toch liepen hun ziektepatronen en levensduur sterk uiteen. Het sociaal-ecomische milieu waaruit ze afkomstig waren bleek verreweg de beste voorspeller te zijn.’

Die nonnenstudie impliceert ook een beetje dat wie voor een dubbeltje geboren is, nooit een kwartje zal worden. Karien Stronks gelooft dat niet. ‘Ik denk dat dat een te sombere voorstelling van de realiteit is. Het is best mogelijk dat de moeders van de bewuste nonnen tijdens de zwangerschap zo arm waren, dat ze niet voldoende te eten hadden. Onder zulke omstandigheden past het ongeboren kind de stofwisseling en stressrespons definitief aan, waardoor het later als volwassene een verhoogd risico op diabetes en hart- en vaatziekten heeft. Voor Nederlanders van een jaar of twintig is dat waarschijnlijk niet relevant. Ik weet ook niet of je de resultaten van de Whitehall Studie wel zondermeer kunt projecteren op Nederland. Ons onderzoek suggereert dat je wel degelijk een hoop kunt doen om je kaarten te verbeteren. Nogmaals, als je rookt, stop. Dat is met stip het beste dat je voor gezondheid kunt doen. En wees eerlijk, roken is niet meer van deze tijd. Drink niet of met mate. Eet gezond, dat wil zeggen matig, gevarieerd en met voldoende groenten en fruit. Zorg voor geregelde lichaamsbeweging, bijvoorbeeld door op de fiets naar je werk te gaan. En besteed veel zorg aan een goede, stabiele relatie. Ik zou bijna zeggen: leuker kan ik het niet maken. Maar de pay off in de vorm van welzijn en gezonde, actieve jaren is enorm.’

Wil je nog meer munitie tegen het Status Syndroom? Neem de volgende tips in acht en je bent zo goed als immuun.

Zorg dat je invloed hebt

Misschien wel het fnuikendst aan het hebben van een lage status is dat je sterk bent uitgeleverd aan externe factoren. Een gebrek aan controle genereert de gevaarlijke vorm van stress waar Sapolsky en Marmot zo voor waarschuwen. Letterlijk levensgevaarlijk is een baan waarin je niets te vertellen hebt, weinig verdient, nauwelijks invloed hebt op het arbeidsproces, telkens hetzelfde moet doen en toch zwaar wordt belast. Een voorbeeld? Russische mijnwerkers. Gemiddeld zijn ze 41 jaar (!) wanneer ze door een fataal hartinfarct worden geveld, terwijl uit autopsie blijkt dat ze dan vaak al één of meer ‘stille’ infarcten hebben doorgemaakt. Een gegeven dat onmogelijk kan worden verklaard uit hun rook- en drinkgewoonten. Sapolsky schrijft het toe aan de constante, massieve overreactie van het sympathisch zenuwstelsel (stressrespons), die ook verantwoordelijk is voor de vaak zware cardiovasculaire problemen van cocaïneverslaafden. De negatieve effecten van onzeker, ondergewaardeerd, zwaar werk treden snel op.

Promoveer of win een prestigieuze prijs

Onderzoek in Zweden, een egalitaire samenleving bij uitstek, liet tot ieders verrassing zien dat zelfs ogenschijnlijk futiele statusverschillen nog invloed hebben op de levensverwachting. Academici met een dokterstitel leven langer dan academici die op hetzelfde niveau opereren, vaak meer verdienen, maar die niet aan promoveren toekwamen. Het maakt niet uit hoe oud je bent wanneer je promoveert. Zodra je je proefschrift hebt verdedigd, ontvang je vier bonusjaren. Hetzelfde geldt voor winnaars van een prestigieuze prijs, zoals een Oscar.

Get connected en maak vrienden

Een toenemende vloed harde data suggereert dat intimiteit – het onderhouden van vriendschappen en sociale contacten – aan de basis ligt van gezondheid en dat een gebrek aan ‘connectedness’ in hoge mate bijdraagt aan het ontstaan van lichamelijke ziekte. Mensen met een hoge status hebben vrijwel altijd een rijk sociaal netwerk.

Word de held in een subcultuur

Het populaire idee dat je kunt bereiken wat je maar wilt, mits je het maar hard genoeg nastreeft, leidt tot veel onnodige stress en frustratie, schrijft filosoof Alain de Botton in zijn boek ‘Statusangst’. Face it, niet iedereen schopt het tot CEO van een succesvolle onderneming. Dat betekent geenszins dat je als magazijnmedewerker ‘dus’ bent veroordeeld tot een miezerig, anoniem bestaan. Nederland is niet één grote hiërarchie, maar een verzameling onafhankelijke subculturen, van verenigingen tot vakbonden. Dat zijn universumpjes op zich, waar de conventionele rangen en standen doorgaans geen rol spelen en waar talloze mensen de broodnodige bevestiging, ofwel ‘status’ vinden.

Investeer in ‘sociaal kapitaal’

Zelfs als je als je een topbaan hebt, gelukkig getrouwd bent en een geweldige vriendenclub hebt, loont het de moeite om te investeren in je sociale omgeving, ook al bestaat die voor een flink deel uit mensen met een ‘lagere’ status. Harvard-econoom Ichiro Kawachi bewees met behulp van hippe statistiek dat eerlijke verdeling van de welvaart – waar ook sociaal geneeskundige Karien Stronks krachtig voor pleit – niet alleen de armen, maar ook de welgestelden ten goede komt. Als de inkomensongelijkheid daalt en de positie van een land of buurt op de zogenoemde Robin Hood Index stijgt, leven ook de rijken langer! Inkomensongelijkheid maakt het leven grimmiger voor iedereen. Investeer hoe dan ook in ‘sociaal kapitaal’. Kort door de bocht zijn dat alle lokale faciliteiten en initiatieven waar iedereen in kan participeren en die mensen het gevoel geven dat ze deel uitmaken van iets groters en belangrijkers dan zijzelf: kerk, buurtcentrum, sportclubs, vrijwilligerswerk…

Houd het moreel hoog

Hou jezelf gerust een beetje voor de gek. Medisch psychologe Nancy Adler toonde aan dat statusperceptie – de subjectieve dunk die je van jezelf hebt – belangrijker is dan je objectieve sociaal economische status. Als je je een loser voelt, maar dat absoluut gezien helemaal niet bent, heb je volgens haar een fors verhoogd risico op overgewicht, diabetes en hart- en vaatziekten. Het omgekeerde geldt ook. ‘Mensen die zichzelf een hogere plaats op de sociale ladder toedenken dan ze feitelijk hebben, zijn gezonder en worden ouder dan mensen met dezelfde sociaal economische status die een realistisch of te negatief statusbesef hebben,’ stelt Adler. De belangrijkste voorwaarden voor een positieve statusperceptie? Tevredenheid met je levensstandaard en vertrouwen in je financiële toekomst.

Spiegel jezelf zelf aan directe collega’s (en niet aan Bill Gates)

Richard Wilkinson van de Universiteit van Nottingham heeft elegant aangetoond dat relatieve armoede net zo destructief kan zijn als echte armoede. Zodra basisbehoeften als een dak boven je hoofd en een redelijk inkomen zijn voldaan, gaan mensen hun status afmeten aan die van hun omgeving. Heel vroeger had dat weinig consequenties. Shit, Fred en Wilma hebben meer kippen dan ik, wat ben ik een loser. Tegenwoordig kan het gebeuren dat een lottomiljonair tegenover jouw rijtjeshuis een villa laat bouwen en daar een Porsche en een Ferrari parkeert. Zodra je je aan de geluksvogel stoort, tast hij je gezondheid aan, aldus Wilkinson. Afgunst is een slopende emotie. Zo slopend dat de aristocratie eeuwenlang zogenoemde sumptuary laws uitvaardigde, die opzichtige consumptie door niet-aristocraten verbood. Spiegel je daarom alleen aan mensen die ongeveer dezelfde sociaal economische status hebben. Hoewel, misschien is het wel het allerverstandigst om je met helemaal niemand te vergelijken, althans niet in materieel opzicht. De Vlaamse sociaal econoom dr Michiel Hublet stelt in het rapport ‘Sociale Status en Persistente Kansarmoede’ dat statusangst steeds meer mensen met een redelijk inkomen in de armoedeval drijft. ‘Door voortdurend ‘statusgoederen’ als breedbeeldtv’s, auto’s en mobiele telefoons te kopen (keeping up with the Joneses), kunnen mensen niet investeren in een daadwerkelijke verbetering van hun sociaal economische status. Statusgemotiveerd consumptiegedrag werkt kansarmoede in de hand.’ Heel cru gezegd, je bezit een hoop kralen en spiegeltjes, maar je bent niet autonoom.

(Dit artikel verscheen eerder in het Algemeen Dagblad)

16 reacties op Het Status Syndroom

  1. Pingback: The Whitehall Studies: hoe status den invloed uitoefent op gezondheid en levensduur | Keuzestress

  2. Dank voor de pingback, Jolien! Dit is één van de belangrijkste artikelen op dit blog. Je bent de eerste die het markeert 🙂 .

    Veel mensen zal het verband met paleo ontgaan. Welnu, het is levensgroot. Zoals we ook in het boek van Remko Kuipers kunnen lezen, zijn jager/verzamelaar samenlevingen vrijwel volledig egalitair. Ons geperverteerde baas-slaaf model is een enorme bron van ziekte.

  3. George zegt:

    Daarom is het obesitas probleem (en de daarmee samenhangende problemen) ook begonnen en het grootst in de USA, maar naar mate Nederland veramerikaniseerde kwam het probleem ook in NL….
    Hetzelfde verhaal met honden: honden werden vergeleken met wolven….. in gevangenschap en die beesten hebben wel ruzie, hiërarchie en concurrentie……en daarom zou je als mens een hond moeten overheersen, maar laten wolven in het wild nou een uitgebreide familie zijn en puur alleen maar **samen werken**? (niets hiërarchie) en bovendien stammen honden niet van wolven, maar wolven en honden stammen van een hondachtig dier. Honden zijn “geprogrammeerd” op mensen en dus op samenwerking. Daarom is conditionering mbv beloning/koekjes zo onhonds, het lukt wel, maar niet des honds. Hetzelfde geldt voor de mens: het lukt uitstekend, maar is onmenselijk….

    Waarom dit verhaal? nou, omdat de jager/verzamelaar ook geen orde-cultuur kent, maar een relatie-cultuur heeft, waarbij diegene even de leiding heeft, omdat hij bijzonder goed is in die specifieke taak, dus wisselend leiderschap….(we kennen zulke groepen in onze cultuur bijna alleen nog maar in de sport, als “dream-teams”, volkomen in flow; soms nog in een startende onderneming).

    Dus terecht zegt Melchior dat er een grote relatie is met Paleo; en dus zullen de mensen die een relatie-cultuur weten te handhaven (ook al leef je in een orde-cultuur) minder last hebben van bovengenoemde ziekte-verschijnselen….

  4. Super bedankt voor deze mooie overweging, George! Ik denk dat we voor echt optimale gezondheid (in de ruimste zin van het begrip) uiteindelijk ook ‘terug’ moeten naar tribale structuren.

  5. RinyW zegt:

    En ook weer een pluim voor de alternatieve geneeskunde, de invloed van stress op de gezondheid, op zowat alle ziektes, lees ik hierboven.
    De harde tak van de reguliere geneeskunde staat nog ver af van deze gedachte.

  6. Mwa… HPA-as dysfunctie is een hot item in de reguliere geneeskunde, toch Riny? Het wordt erkend als hardcore science. Pubmed puilt uit van het onderzoek op dat gebied. Het dringt misschien niet voldoende door in de klinische praktijk (die liever een statine voorschrijft), maar het wordt wel degelijk serieus genomen. Toch?

  7. Denk ook aan al het spannende onderzoek naar de betekenis van Heart Rate Variability en de mogelijkheden die deze parameter biedt tot interventie.

  8. George zegt:

    en kijk (nog) eens naar het artikel over gezonde 100-jarigen, maar nu beschouwd “door de troebele lens van de evolutie”:
    http://www.naturalnews.com/043896_Blue_Zones_longevity_secrets_centenarians.html

    ook dan zie je dat relaties heel erg belangrijk zijn.
    en bij de weg: geen sport*, wel natuurlijke beweging….5 (!) uur per dag, gewoon in de tuin etc. werken en wandelen, dingen optillen, in de aarde scheppen etc.

    uiteraard geen industrieel voedsel,
    veel groenvoer, weinig vet, weinig vlees, weinig kaas, weinig eten: 80% rule (een soort IF)

    Voor mij is de bodemlijn: gemeenschap/sterke relaties**,(A sense of belonging), geen industrieel voedsel, (Pollan’s “eat real food”). De rest is miereneukerij, iets waar (bijna) iedereen zich ook hier aan schuldig maakt.

    *je ziet dat nu wel heel duidelijk bij de Olympische Spelen dat de meeste sporten daar niet gezond zijn. Misschien curling 🙂

    ** haha, ik moet even lachen bij de volgende zin: “Of the 268 centenarians interviewed by Buettner, 263 of them belonged to a faith-based community (the denomination ****didn’t seem to matter****) and regularly conversed with other believers. Additionally, most of them enjoyed the company of a mutually-supportive network of friends and family members”….

    omdat dat wellicht de reden is dat mensen die hier op dit blog zitten, zo gezond zijn en worden: paleo-geloof 😉
    en uitwisseling met andere “believers” en dus een soort netwerk.

    Kortom: je overlevingskans is een stuk groter als je trouw op dit blog zit en uitwisselt met mede gelovigen…..heeft dus weinig te maken met de nutriënten op de komma te muggenziften…..

  9. RinyW zegt:

    Zeker Melchior, wetenschappelijk onderzoek.
    Maar ik wilde het niet te persoonlijk en te vitterig maken, maar toen ik deze week je site doorspitte, zag ik een discussie waarbij jij moeite had met de relatie stress – kanker.

    Ik kom dat in discussies elders nog heel veel tegen, zelfs verkettering van de alternatieve geneeskunde juist vanwege dit standpunt.

  10. Michajoris zegt:

    Wellicht dat lieden dit artikel wel lezen en weinig te melden hadden, maar vooral meenemen. Ik las dit voor mijn ‘reageertijd’ hier. Voor mij was dit in het particuliere reeds bekend: de secretaresses en andere lieden laag of – vermeend laag – in de organisatiehierarchie vallen voortdurend uit, komen timide over etc. De locus of control is beperkt. Inderdaad statussyndroom dus.

  11. Alex zegt:

    Pesten en treiteren vergallen menig leven. Je zou hopen dat pesters door de biologie worden teruggepakt. Maar helaas, rechtvaardigheid is een onbekend begrip binnen de biologie. Pesten loont. Wie als kind veel en gemeen heeft getreiterd, heeft later minder last van laaggradige ontsteking. Ik vroeg me altijd al af hoe het toch komt dat veel Nazi’s zo verdomd oud worden.

    http://www.pnas.org/content/early/2014/05/09/1323641111

    De terugkeer van de AGE’s

  12. marcel zegt:

    Sterk artikel Melchior. Dank voor het plaatsen.
    De relatie tussen het status syndroom en de ideen van Milind Watve zijn ook opvallend.
    Vanochtend kwam ik een inzichtelijke productie van drie jonge blanke en waarschijnlijk vrij gezonde journalistiek-studenten tegen op de website van nrc (http://www.nrc.nl/apps/fufu/#obese-ghanezen). De verschillen tussen de NL-se en niet-NL-se maatschappij wordt zo mooi weergegeven, hier zal ik lang aan blijven denken.

  13. Micha zegt:

    Hier een paper die ook als hele beknopte samenvatting van het boek kan gelden: http://www.sph.umich.edu/sep/downloads/Mamot_Status_Syndrome_challenge_to_Medicine.pdf

    En ik las dit artikel:
    http://www.nybooks.com/blogs/nyrblog/2014/sep/02/dying-russians/?insrc=rel
    De conclusie van het artikel is een vraag: Russen sterven (vaak aan Cardiovasculair diseases) maar wat is hier de reden voor, de conventionele verklaringen schieten te kort? Het antwoord ligt wellicht in het statussyndroom en een zéér onberekenbare samenleving waar sociale mobiliteit zeer laag is.

Plaats een reactie